Coda

Coda

9.Coda

Op dit moment is het restitutiebeleid niet in de tijd begrensd. In 2004 heeft de commissie-Ekkart aanbevolen om het restitutiebeleid op 4 april 2007 te beëindigen. Er kwam echter veel (internationale) kritiek op de invoering van een eindtermijn, waarna die is vervallen. Die datum bleek ook te vroeg want daarna werd nog een groot aantal verzoeken ingediend.[48]
In 2012 schreef de toenmalige staatssecretaris dat ‘beëindiging van de mogelijkheid om claims in te dienen pas kan worden overwogen als daarover internationale consensus bestaat.’[49] In 2016 stelde minister Bussemaker dat ‘het eindpunt van het beleid nog niet in zicht is.’[50] De evaluatiecommissie onderschrijft deze opvatting en is van oordeel dat er op dit moment geen eindtermijn moet worden gesteld. De evaluatiecommissie hoopt en verwacht dat wanneer haar adviezen worden opgevolgd en daardoor het onderzoek naar herkomst en (erfgenamen van) eigenaren wordt geïntensiveerd, na een mogelijke toename over enige jaren het aantal restitutieverzoeken flink zal afnemen.

Onherroepelijk zal vroeg of laat de vraag opdoemen wat er moet gebeuren met de relevante stukken uit de NK-collectie die na verloop van tijd nog altijd niet gerestitueerd zijn, de zogenaamde ‘heirless art’. Zo zullen er voorwerpen overblijven waarvoor nooit een restitutieverzoek ingediend wordt (van voorwerpen die geen unica zijn, zoals prenten, meubels of serviezen, is het eigenaarschap moeilijk te bepalen). De evaluatiecommissie vindt het belangrijk dat het Rijk nu al nadenkt over een toekomstige bestemming voor deze stukken uit de NK-collectie. Daarbij moet er vanzelfsprekend altijd rekening mee worden gehouden dat ooit een restitutieverzoek wordt ingediend.

De evaluatiecommisie geeft in overweging dat (delen van) de NK-collectie in de toekomst via een beheerconstructie onder nader vast te stellen voorwaarden worden ondergebracht bij een Nederlandse erfgoedorganisatie die zich specifiek richt op Joodse cultuur en geschiedenis. Zoals ook door organisaties uit de Joodse gemeenschap is gesuggereerd, is er op deze wijze in de toekomst een plek waar deze voorwerpen te zien zijn. Door de verloren persoonlijke eigendommen te tonen van personen die tijdens het naziregime zijn vermoord of vervolgd, kunnen toekomstige generaties doordrongen blijven van de vreselijke gevolgen van de Tweede Wereldoorlog en de genocide.